“Kijk, wat prachtig!”
Een flinke windvlaag schudt aan de bomen in het bos. Van alle kanten komen bladeren naar beneden. Groot en bruin, klein en goudkleurig, geel, oranje, groenig. In de morgenzon lichten ze schitterend op.
We zitten in de overgang van zomer naar winter. Eigenlijk bevindt de natuur zich altijd wel in een overgang. Altijd verandert er iets. Geen dag is hetzelfde.
Is dat met ons leven niet net zo? Mijn coachees zitten meestal ook in een overgang. Het oude achterlaten, mét de bijbehorende dromen, verlangens. Dat gaat niet vanzelf. Accepteren wat is of wat juist nooit geweest is, kan gepaard gaan met heel veel verdriet.
Niet alleen de bladeren vallen vandaag. Ook tranen vinden hun weg naar beneden. Gelukkig maar, zou ik willen zeggen. Het geeft ruimte om uiteindelijk het oude ook echt achter te laten en een nieuwe start te maken. Ruimte voor nieuw leven. Dat het nu eerst herfst is en wellicht zelfs nog winter wordt, hoort erbij.
In de herfst sterft de natuur af om plaats te maken voor het nieuwe leven waarvan de eerste knoppen al zichtbaar zijn in de winter. Maar dat afsterven doet de natuur wel op een glorievolle manier.
We hebben er tijdens onze koffie- en theepauze volop van genoten. Zittend op een oude boomstronk, aan de rand van een smal en begroeid paadje, midden in het zonnetje. De kleuren van de herfst uitbundig om ons heen.
Verdriet en vreugde staan, zoals zo vaak, vlak naast elkaar en trekken hier samen op.