We zijn als mensen nog wel eens geneigd vooral oog te hebben voor het grote en misschien zelfs spectaculaire. Maar de kleine verhalen zijn minstens zo bijzonder.
Om het even over de natuur te hebben: de meeste mensen die mee gaan op natuurexcursie hopen een hert of zwijn te zien. In ieder geval de grotere zoogdieren. Ik snap dat helemaal. Zelf geniet ik daar ook altijd van. Maar focus er niet teveel op, want dan mis je die kleine schatten!
Ken je bijvoorbeeld het springstaartje al? Een heel klein beestje wat je met het blote oog soms nauwelijks kunt waarnemen. Maar wel héél bijzonder. Hij kan namelijk heel ver springen, wel 16x zijn eigen lichaamslengte. En ja, dat lijkt voor ons misschien niet ver, maar voor een beestje van 5 millimeter is 8 centimeter een heel eind! Een kangoeroe springt naar verhouding veel minder ver…
Wat die springstaartjes voor nut hebben? Ze verwerken de bodem tot compost. En ze zijn hele goede graadmeters voor bodemverontreiniging. Daarnaast hebben onderzoekers in 2013 ontdekt dat ze genen hebben die antibiotica kunnen aanmaken.
Had je dat gedacht van zo’n klein beestje? Ik niet. Maar ik ben wel fan van die kleine held.
Zo zie je maar. Nooit voorbijgaan aan wat klein en onbeduidend lijkt. Je kon nog wel eens bedrogen uitkomen. En daarmee is dit kleine verhaal uit de natuur meteen een mooie levensles. Dat doen we dus ook tijdens de natuurbelevingstochten: lessen ontdekken uit de schepping en die toepassen in ons eigen dagelijkse bestaan.