Kwetsbaar en afbladderend leven met een krachtige functie

Het is een rustige, stille morgen. Het bos ligt er verlaten bij. Hier en daar wordt de stilte opgeluisterd door het gekwetter van groepen mezen. De rust en ontspanning van het bos willen haar maar niet raken. Een zwarte schim is plots opgedoken en reist op haar schouders mee, ondertussen fluisterend: “Je kunt het niet, je redt het niet. Wat stel jij nou voor, wat heb jij nou te bieden? Wat als…”

Haar hartslag gaat tekeer, haar gedachten malen door en hijgend probeert ze haar voeten in beweging te houden. Zwaar slepen haar benen voort.

Een zachte wind waait als een fluistering door het bos: “Ik ben er ook!”

Ze houdt haar adem even in en kijkt opzij. Is haar Metgezel vandaag ook mee op pad gegaan?

De weg gaat glooiend naar boven en de heuvel grijnst haar tergend aan. Alsof ze zich niet wil laten kennen, haalt ze diep adem en rent tegen de steile weg op. “Zie hoe sterk ik ben!”

Eenmaal boven staat ze ondanks zichzelf hijgend stil.
“Kijk eens om je heen,” klinkt een zachte Stem. “Wat zie je?”

Hoge en kale bomen, glooiende heuvels, slingerende paden…

“Dichterbij!”

Een krans van oranjebruine bladeren om een jonge beuk. Een oude boom, alle schors verdwenen en nu niet meer dan dood hout, wijzend naar de hemel. Druppels water op de knoppen aan de takken van een verder kale struik. Kromme bomen, wringend in allerlei bochten naar boven, om maar naar het licht te groeien.

“Wat nog meer?”

Ze kijkt naar de grond. Bomen, omgehakt, de stammen liggend op de grond. Bedekt met prachtige frisgroene mossen, kleine zwammen overal. Ze zakt door haar knieën om dichterbij te kijken. Kleine gaatjes in het dode hout, als stille getuigen van levende wezentjes die aan het werk zijn geweest.

“Zelfs die dode boom is nog voedsel voor de levenden!”

Ze fronst haar wenkbrauwen. Terwijl ze weer opstaat, kijkt ze nog eens om zich heen. Ze ziet kromme bomen, gebroken takken en afgebladderde boomstammen. Allemaal hebben ze een functie, een taak. De specht die timmert op het dode hout, de zwammen op de omgevallen boom. Ze kijkt met andere ogen.

“Het is niet jouw krácht die Ik kan gebruiken. Het is Míjn Kracht die zichtbaar wordt in jouw kwetsbaarheid.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *