Ken je die uitdrukking “elke huisje heeft z’n kruisje”? Er wordt mee bedoeld dat iedereen wel iets in z’n leven heeft wat zwaar of moeilijk is. Het lijden gaat aan niemand voorbij. Maar lang niet altijd kun je aan de buitenkant zien waar de pijn van de ander zit.
Weg met de pijn
Eerlijk gezegd vind ik de uitdrukking een vervelende. Vooral vanwege de context waarin deze vaak gebruikt wordt. Het kan vaak overkomen als dooddoener, als doekje tegen het bloeden. Zo van: niet zeuren, iedereen heeft wel wat. Of juist berustend, want het is in dit leven nou eenmaal niet anders. In beide scenario’s doe je iemand tekort.
Over het algemeen kunnen mensen niet goed tegen lijden. Of dat nou eigen lijden is of van een ander. Je hersenen ervaren een pijnprikkel en pijn vinden we niet fijn. Daar willen we zo snel mogelijk weer vanaf. Dus vragen we hoe het gaat en hopen en verwachten we een eenvoudig antwoord van vier letters: goed! Of we proberen een probleem meteen op te lossen of af te zwakken. Alles relativeren, dan kunnen we het wel aan.
Vaak gebeurt dat al als we jong zijn. Misschien herken je het wel. Een stampvoetend kind uit zijn frustratie en boosheid, maar liever zien we dat niet. Dat is ongecontroleerd. Huilen als je valt, of als je iets niet weet? Nee joh, stel je niet aan! Het valt allemaal best wel mee! Troosten, hoe goed bedoeld ook, kan een averechts effect hebben.
Als de ruimte ontbreekt
Emoties hebben ruimte nodig. Wanneer je jouw emoties maar steeds wegdrukt en verstopt, dan zoeken ze een andere weg naar buiten. En dat heb je vaak niet eens door, tot je ineens regelmatig een ongecontroleerde woedeaanval hebt of je leven beheerst wordt door angst. Je hebt er geen controle meer op.
Ik moet denken aan de overstromingen van de afgelopen dagen in ons eigen land en daar buiten. Water zoekt altijd een weg. Meestal gaat het goed. Gelukkig wel. Maar de regen van de afgelopen tijd was zo extreem dat het water geen ruimte meer had. En dus zocht het een weg, forceerde het een weg en verwoestte alles en iedereen op haar pad.
Zo kan het ook gaan met emoties. Boosheid en verdriet die niet geuit worden, komen vaak terug in angst. Angst voor alle mogelijke situaties. Angst voor afwijzing, niet goed genoeg zijn. Maar ook angst voor ziekte of onbekende situaties. Angst hangt vaak samen met een gebrek aan controle. Het gevoel dat je niet de regie hebt en er zomaar van alles mis kan gaan. Niet kunnen loslaten. Niet je emotie kunnen toelaten. En bovenal niet jezelf kunnen en mogen zijn.
Laat iemand echt mens zijn
Maar wat dan? Moeten we emotie dan ongecontroleerd uiten? Mensen aanmoedigen om boos te zijn, te stampvoeten, met servies te smijten?
Het is belangrijk om iemand recht te doen en ruimte te geven. Dat begint simpelweg met er voor de ander te zijn. Te luisteren. Oprecht te hóren wat de ander zegt. De laatste tijd heb ik in verschillende situaties gemerkt dat mensen zich niet gehóórd voelen. Ze worden weggezet als incapabel, als lastig of als hulpbehoevend. Er worden oplossingen aangedragen of opgedrongen. Maar als je niet hoort en verstaat wat de ander zegt, sla je gauw de plank mis. Je verhoogt de frustratie, de pijn en het verdriet.
Wie ben ik dat ik weet wat de ander nodig heeft? Wie ben jij dat je een ander voorschrijft wat hij of zij moet doen? Mag iemand ook eerst verdrietig zijn? Teleurgesteld of boos? Mag iemand zelf mens zijn?
Ik zou hier nog pagina’s van vol kunnen schrijven, maar ik rond voor nu toch af. Mensen ontploffen of imploderen pas als je ze niet hoort en niet ziet. Mensen gaan forceren als hun de ruimte wordt ontnomen om te zijn. Net zoals rivieren buiten hun oevers treden als ze geen ruimte meer hebben. Met alle schadelijke gevolgen van dien.
Vraag de ander hoe je kunt helpen, voor je jouw eigen oplossingen aandraagt. Luister en zwijg. Wees nabij en laat de ander zijn. En andersom kan het ook. Als anderen jou overladen met hun oplossingen of jouw emoties relativeren, vraag om ruimte om te zijn. Vraag om emotionele steun als jij je alleen maar hoeft te uiten. Vraag om praktische hulp als dat is wat je nodig hebt.
Kijk elkaar in de ogen, zie en hoor. Laat elkaar mens zijn en leven.